Column - Smachten naar fatsoenlijke buien


In januari van dit jaar was het nog kletsnat. De neerslag in Nederland lag toen zo’n 28% hoger dan het langetermijngemiddelde van die maand (gemeten over de periode 1901-2024). In februari nam de nattigheid sterk af en lag de neerslag ongeveer 37% onder het langetermijngemiddelde. In maart werd het echter nog extremer. De neerslag was in deze maand ronduit schaars met slecht 1,5 millimeter aan regen. De droogste maand sinds 1906. Weer een nieuw weerrecord in de boeken.
Droogterecord
De weercijfers spreken voor zich. Over de eerste vier maanden van 2025 is in Nederland de minste neerslag gemeten in de afgelopen 27 jaar. Het laatste diepterecord in termen van neerslag over dezelfde periode werd gemeten in 1997. Maar in 1929 was het helemaal bizar droog met slechts 81 millimeter regen in de eerste vier maanden. De droogte over de eerste vier maanden van dit jaar staat daarnaast in schril contrast met de flinke nattigheid in de eerste vier maanden van vorig jaar. Extremer kun je het haast niet hebben. Want vorig jaar werd van januari tot en met april de meeste neerslag ooit gemeten (weer sinds 1906).
De hoeveelheid neerslag heeft haar effect op de waterstanden. Die worden in Nederland bijgehouden door de waterschappen. Op sommige plekken zijn zij in staat maatregelen te nemen tegen langdurige droogte. Daar waar mogelijk kunnen zij bijvoorbeeld het water zoveel mogelijk vasthouden door verhoogde stuwpeilen en/of ze voeren extra water aan uit het IJsselmeer en/of de grote rivieren. Het zijn tijdelijke lapmiddelen. Want de droogte blijft een punt van zorg op de langere termijn. En niet alleen in Nederland. Droogte is een gevolg van klimaatverandering en heeft ook nog eens een versterkend effect hierop. De droogte zorgt er namelijk voor dat het vermogen van de bodem om koolstof op te slaan sterker afneemt, aangezien het verlies aan vegetatie groter is. Dit kan de klimaatverandering op den duur alleen maar versnellen. Een negatieve klimaatspiraal dus.
Niet alleen extreem in Nederland
Naast Nederland hebben ook België, Luxemburg, Noord-Duitsland, Denemarken en Zuid-Scandinavië te maken met zeer droge omstandigheden dit voorjaar. Ook in het zuiden van Oekraïne en in het midden en oosten van Turkije blijft het opvallend droog. Daarmee neemt ook bezorgdheid over wat deze zomer ons gaat brengen steeds meer toe.
En ook Engeland en Wales hebben de droogste start van het jaar in decennia gekend. De rivierpeilen liggen er ver onder het historische gemiddelde en de reservoirs zijn inmiddels aardig leeg. Het heeft daar voor de eerste voorzorgsmaatregelen gezorgd richting komende zomer in Engeland en Wales. De Milieuagentschappen aldaar hebben inmiddels een eerste waarschuwing afgegeven met een “matig” risico op droogte voor deze zomer. Daarbij hebben zij waterbedrijven geadviseerd om alvast maatregelen te nemen, waaronder een verbod op het gebruik van tuinslangen.
Noodmaatregelen
De noodmaatregelen die bij droogte horen – zoals minder waterdruk, een sproeiverbod en een advies tot spaarzaamheid met drinkwater – kunnen dus vroeg komen. Sterker nog, het eerste sproeiverbod is bij ons ook al een feit. Zo mag er in Noord-Brabant tot 1 juni niet gesproeid worden.
Maar mocht het zover komen en het echt allemaal de spuigaten uitloopt met de droogte, dan wordt een prioritering in de wateronttrekking van kracht. Ofwel een soort rangorde in de verdeling van ons schaarse water. Zo zijn ‘veiligheid en het voorkomen van onomkeerbare schade’ (bijvoorbeeld aan de natuur) belangrijker dan het garanderen van drinkwater- en energievoorziening, welke weer voor gaan op de ‘tijdelijke beregening van kapitaalintensieve gewassen en proceswater’. Maar als eerste moeten sectoren zoals de industrie, recreatie en scheepvaart verplicht minder water verbruiken. Zover is het allemaal gelukkig nog niet. En het vertrouwen op een goede afloop is groot. De buien die deze week vallen zijn van harte welkom, maar richting de zomer kunnen we ook wat meer fatsoenlijke buien gebruiken (zonder stort).
(Photo by Ben Wicks via Unsplash)